Zefferino Monini werd geboren in 1891 en werd tijdens zijn militaire dienst toegewezen aan de kwartiermeesters, waar hij een voedseldepot beheerde. Bij zijn terugkeer naar Spoleto, in Umbrië, besloot hij om op grond van zijn ervaring een levensmiddelenbedrijf op te zetten.
Terwijl hij keek naar de olijfbomen die de heuvels van Umbrië zo verfraaien kreeg Zefferino de ingeving die het keerpunt in zijn carrière zou worden. Hij besloot om zich te wijden aan de productie van extra vergine olijfolie, die op dat moment veel minder bekend was dan geraffineerde olijfolie.
Zo ontstond de Zefferino Monini Olijfolie en al snel werd de verkoop uitgebreid tot de naburige regio’s Latium, de Marken en Emilia Romagna.
Zefferino schreef de eerste pagina in de geschiedenis van de markt van extra vergine olijfolieen, en maakte het toegankelijk voor een steeds groter publiek buiten de regio Umbrië. Tijdens de oorlog echter werd olijfolie gerantsoeneerd en werd de productie tijdelijk gestopt.
Pas toen de oorlog was afgelopen en de producten vrij kwamen van rantsoenering begon de productie opnieuw op gang te komen en sloten zijn zonen Nello, Giuseppe en Paolo zich bij hun vader aan in het laboratorium en leerden zijn geheimen en methoden.
Tot in de jaren 50 verkochten winkeliers over het algemeen olie per liter uit mandflessen, maar na de oorlog kon Zefferino door een nieuw inzicht voorop lopen in het spel wat betreft de toekomstige vraag van de markt. Monini besloot dus om olie te verkopen op een geheel nieuwe manier, allereerst in glazen flessen, die beter geschikt zijn voor distributie en consumptie.
In de tussentijd kreeg de nieuwe generatie Monini broers een plaats in het bedrijf. Giuseppe besloot om zich bij zijn vader aan te sluiten bij de inkoopafdeling van grondstoffen, terwijl Nello, die naar Rome was verhuisd, een magazijn opende om de distributie in Latium te versnellen. Paolo’s doel was om de nationale aanwezigheid van het bedrijf te versterken en hij kreeg een van de meest prestigieuze prijzen uit die tijd toegekend: de Mercurio d’Oro.
De Italiaanse economische boom bleek het juiste moment om nieuwe manieren aan boord te nemen om een grotere klantenkring te bereiken, die nu meer geneigd was om geld uit te geven aan kwaliteitsproducten. Met het doel om door te breken in nieuwe consumentenmarkten storte Monini zich enthousiast op de allereerste reclame.
Om het bedrijf in overeenstemming te brengen met de normen van technologie, kwaliteit en service op dat moment had Monini een nieuwe groeistrategie nodig. Datzelfde jaar werd er een nieuw hoofdkantoor geopend en werden er veertig nieuwe medewerkers aangenomen.
Nello was in het ziekenhuis na een ski-ongeluk toen het reclamebureau kwam om met hem een nieuw idee te bespreken.
Terwijl ze aan het wandelen zijn in het park van de kliniek werd Nello’s aandacht getrokken naar de handen van een tuinman die aan het werk is.
Dit is hoe het iconische hoogtepunt ‘Persen van olijven’ werd geboren, vergezeld door een afbeelding van diezelfde hand die in een handvol olijven knijpt.
Veranderingen in het Italiaanse distributiesysteem leidden tot veranderingen in het bedrijfskader, van S.a.A (società in accomandita per azioni – besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) naar S.p.A.(società per azioni – naamloze vennootschap) Het bedrijf bleef groeien, zowel qua personeelsbestand, nu 60 medewerkers, als inkomsten, dat jaar bijna 60 miljard lire.
Deze jaren werden gekenmerkt door een zeer delicate fase in de olijfoliesector en het bedrijf zocht een partner om het familiebedrijf een impuls te geven.
Het laatste woord was aan de jonge Zefferino en hij besloot om 35% van de aandelen van het bedrijf te verkopen aan Star.
Opa Zefferino en vader Giuseppe hadden grote verwachtingen van de jonge man, die naar zijn grootvader was genoemd, en ze vertrouwden hem de toekomst van het bedrijf toe.
De jonge Zefferino zette een veelbelovende skicarrière opzij om deze kostbare erfenis over te nemen en werd de CEO van het bedrijf en nam aldus de teugels van het bedrijf over, samen met zijn zus Maria Flora, die hoofd Beeldcommunicatie en Externe Betrekkingen werd.
Als woordvoerder van Monini extra vergine olijfolie was het nieuwe doel om een maatstaf voor de olijfoliecategorie in Italië en in het buitenland te worden. In 2000 werd Monini North America Inc. opgericht, met een hoofdkantoor in Norwalk in Connecticut, dat enige tijd later werd overgeplaatst naar het huidige hoofdkantoor in Shelton.
In 2001 investeerde Monini in een modern olijvenbedrijf in New South Wales, Australië. Er werd 700 hectare grond opgekocht, waarvan 300 moest worden bebouwd en er werd daar een moderne olijfboomgaard beplant met meer dan 110.000 Frantoio, Leccino, Pendolino en Coratina olijfbomen, als zaailingen meegenomen uit Italië en gekweekt onder de Australische zon.
De wens om uit te breiden werd vergezeld door een nieuwe ambitie om de familie terug te brengen naar 100% eigendom, om de identiteit van Spoleto te herstellen.
Na veertien jaar met Star besloten Zefferino en Maria Flora om de 35% aandelen die in 1988 aan Star waren verkocht terug te kopen: ‘onze familie-olie’ is weer volledig in onze handen en vrij van multinationale druk.
Monini Polska werd opgericht een tak met hoofdkantoor in Poznan, in Polen, een land waar Monini marktleider is met meer dan 20% marktaandeel.
Samen met haar partner Emiliani S.r.L. Richtte Monini een nieuwe tak op in Maranello, vlakbij Modena: Emilia Aceti S.r.l. met een capaciteit van 2,5 miljoen liter, waar verschillende kwaliteiten balsamico azijn van Modena wordt gemaakt.