Het lijkt bijna onmogelijk voor iemand om zo gepassioneerd over zijn werk te zijn dat hij vergeet dat hij aan het werk is, maar dat is Michele voor u. Met een dertig jaar lange carrière in de wereld van de olie is hij de man die de monsters van de extra vergine olijfolie die elke dag worden gemaakt van de blends van Monini en de monsters van het eindproduct beoordeelt, om de kwaliteit van de olijfolie die zal eindigen in supermarkten en in de huizen van de consumenten volledig te controleren. Sinds zijn eerste exploitatie in de olijfboomgaarden van zijn thuisland Apulië besefte Michele dat dit de baan was voor hem, een leven gewijd aan olijfolie.

Als jonge man, zo vertelt hij ons, bracht zijn passie voor olie hem ertoe om ultra-fijne Griekse, Toscaanse en Umbrische oliën te maken, met hun volledige smaakvolle en pittige smaak als giften. Dit enthousiasme leidde onvermijdelijk tot conflicten met zijn streekgenoten, omdat zij gewend waren aan diverse smaken, die typisch is voor de oliën uit Apulië. Deze anekdote geeft aan dat smaak subjectief en vaak cultureel bepaald is, in plaats van een kwestie van werkelijke kwaliteit van de olie. Smaak en voorkeur worden cultureel gegenereerd, maar we kunnen allemaal onze smaakpapillen trainen naar nieuwe smaken en, in een nog grotere mate, naar kwaliteit.

De eerste stap hierin is het leren om kwaliteit te herkennen, allerlei dingen te proeven, te vergelijken en te contrasteren. Bij de supermarkt bijvoorbeeld is een nuttige strategie het kopen van flessen van verschillende oliën, om de verschillende smaken en aroma’s te beoordelen. Door zo te doen ontdek je gemakkelijk wat proevers goede olie noemen, zelfs zonder ervaring – het is waarschijnlijk gewoon degene die je het best bevalt. Alles wat je hoeft te doen is je smaakpapillen te trainen om de smaken te volgen.